Vogels hebben Waterdunen gevonden!
Waterdunen is onder andere aangelegd ter compensatie van buitendijkse natuur, zoals schorren en slikken, die door de verdiepingen van de Westerschelde verloren is gegaan. Door de verdieping van de Westerschelde verdween er een groot gedeelte van het foerageer- en broedgebied voor kustvogels. Met Waterdunen wordt er meer ruimte voor deze kwetsbare soorten gecreƫerd. En het voorziet duidelijk in een behoefte! Sinds voorjaar 2020, toen het zoute water getij in het gebied bracht, zijn de aantallen spectaculair toegenomen. Sinds 2013 zijn er maar liefst 223 soorten waargenomen, weliswaar een deel overvliegend.
Over welke vogels hebben we het dan?
Over de grote aantallen kustbroedvogels, waaronder grote stern en zwartkopmeeuw, die hier broeden is natuurlijk al veel geschreven, maar jaarrond zien we hier grote aantallen van diverse soorten. Het gebied is daarnaast in trek als stopplaats voor doortrekkende vogels. We noemen er een paar voor je op:
- Kluut: Deze markante zwart-witte vogel met zijn omhoog gebogen snavel is een echte pionier. In recent aangelegde waterrijke gebieden is het vaak een van de eerste broedvogels. Ze broeden in kolonievorm aan de rand van een plas en zijn in de broedtijd erg luidruchtig en agressief tegen indringers.
- Purperreiger: In april en mei trekken de purperreigers over Waterdunen naar hun broedgebieden verderop in Nederland. Deze bruinrode (=purper) reiger is iets kleiner dan de blauwe reiger en is een echte moerasvogel. Nederland ligt in het uiterste noordwesten van hun verspreidingsgebied.
- Zwartkopmeeuw: Deze meeuwensoort onderscheid je van de kokmeeuw - die ook een zwarte kop heeft - aan de witte rand om het oog en de witte vleugelpunten. Deze soort broedt nog maar sinds kort in Zeeland. Ze broeden vaak in kolonies met kokmeeuwen. Tussen het gekrijs van de kokmeeuwen door kun je hun miauwende roep goed herkennen. Je ziet ze bijna altijd in paartjes, ook tijdens de trek.
- Kleine zilverreiger: In de geulen en kreken van Waterdunen zitten genoeg garnalen en kleine visjes waar de reigers achteraan rennen. Ze hebben zwarte poten met gele tenen. In het voorjaar krijgen ze mooie sierpluimen op hun kop en rug. Door deze sierpluimen raakte de soort vrijwel uitgestorven in de 18e eeuw in Nederland: ze werden veel gebruikt ter decoratie van luxe dameshoeden. Gelukkig is dat verleden tijd!
Meer dan voldoende vis Daarnaast vind je veel vogels die vis eten. En in Waterdunen komen ze dan niks tekort. In Waterdunen vind je dan ook -voor zoutwaterbegrippen zeker - veel dodaarzen (stekelbaars), Maar ook futen, geoorde futen, lepelaars en kleine zilverreigers profiteren van de grote hoeveelheid vis en garnalen. Het feit dat er dit najaar een maand lang drie visarenden in het gebied verbleven geeft ook aan dat er al grotere vissen (harders) aanwezig zijn.
Ook opvallend In Waterdunen zijn er grote aantallen torenvalken gezien. Dit najaar waren er zeker 15-20 verschillende vogels te spotten in het gebied, wat aangeeft dat er veel muizen zijn. Daarnaast is ook de graszanger, een wat zeldzamere en minder bekende soorten gespot in Waterdunen. Je kan dit bijna wel een lokale vogelsoort noemen omdat deze binnen Nederland vrijwel alleen in Zeeuws-Vlaanderen leeft.